Polentataart

Bereiden:

Verwarm de oven voor op 160 °C.

Konfijt eerst de sinaasappels. Snijd 2 sinaasappels in heel dunne plakken. Rasp de oranje schil van de rest van de sinaasappels en pers ze uit. Los in een steelpan 150 gram suiker in 150 ml water op. Voeg de sinaasappelplakken toe en dek af met een stukje bakpapier. Laat 30 minuten op laag vuur zacht pruttelen. Neem de pan van het vuur en laat afkoelen.

Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier en vet de randen goed in met boter.

Klop de boter en de rest van de suiker tot het lichtgeel van kleur is. Voeg een voor een de eieren toe tot het goed vermengd is.

Meng de polenta, het amandelmeel, het bakpoeder en de rasp van de sinaasappels met elkaar. Roer dit weer door het eimengsel.

Giet het mengsel in de springvorm. Bak in 50-55 minuten gaar. Check aan het einde van de baktijd of de cake gaar is. Doe dit met een satéprikker. Laat 15 minuten afkoelen en verwijder dan de springvorm. Doe dit voorzichtig, want de taart is kwetsbaar.

Voor de sinaasappelsiroop haal je de plakken sinaasappel uit de steelpan en giet je het sap van de sinaasappels dat nog over is door de suikersiroop. Laat dit op middelhoog vuur circa 10 minuten inkoken tot een dunne siroop.

Prik nu gaatjes in de taart met een satéprikker. Giet hier de siroop in. Leg de plakken gekonfijte sinaasappel erbovenop.