Bereiden:
Kook de gepelde kastanjes gaar in de kippenbouillon. Giet ze voorzichtig af.
Smelt 20 g boter en doe er de suiker bij. Laat lichtjes karameliseren en voeg de kastanjes toe. Kruid met peper van de molen en zout.
Snij de look en de sjalotjes fijn en stoof in 20 g boter. Voeg de gespoelde boschampignons toe en laat kort meebakken. Kruid met peper van de molen en zout. Flambeer met de cognac.
Kook ondertussen de penne al dente in een grote hoeveelheid gezouten water. Giet af en voeg bij de champignons.
Bak ondertussen de hazenrug in de resterende boter volgens de wens van je gasten. Kruid met peper van de molen en zout.
Kleur de pijnboompitjes zonder vetstof in een pan met Teflonlaag. Hak de breedbladpeterselie fijn.
Serveren:
Snij de hazenrug in plakjes. Schik de pasta op een warm pastabord. Leg er de plakjes hazenrug en kastanjes op. Strooi er de pijnboompitjes en peterselie over.