Ingrediënten
Bereiden:
Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Meng de room met de melk, peper, zout, nootmuskaat en een teentje look. Doe de aardappelen er bij en verdeel de mengeling over twee beboterde ovenschaaltjes. Zet de gratin in een voorverwarmde oven van 180 graden.
Verhit een scheut olijfolie in een grote pot. Doe de lamsbeenderen hier in en laat aankleuren. Voeg een teentje look, een sjalotje, tijm, laurier en peperkorrels aan toe. Blus met witte wijn en kalfsfond. Laat inkoken. Haal de saus door de zeef. Laat het residu verder inkoken en monteer op met een klontje boter. Voeg nog wat fijngehakte rozemarijn, peper en zout toe.
Schil de paprika’s. Snipper de ui, de sjalot en een teentje look fijn. Snijd de paprika’s, de courgettes en de aubergine in blokjes. Stoof de groentjes aan in een scheutje olijfolie. Kruid met peper en zout. Voeg als de groentjes gaar zijn een eetlepel tomatenpuree, een snuifje suiker en een takje fijngehakte rozemarijn toe.
Schroei de lamsribstukken dicht in een scheutje olijfolie. Zet de pan vervolgens 6 minuten in een voorverwarmde oven van 200 graden. Laat het lam nu verder rusten onder aluminiumfolie.
Serveren:
Zet een dresseerring in het midden van het bord. Vul deze met de ratatouille. Schik het lamsvlees er mooi bij. Werk af met de saus van lams en serveer met de aardappelgratin.