Ingrediënten
Bereiden:
Maak de Kimchidumplings:
Kook de glasnoedels gaar, spoel ze onder koud stromend water af en laat ze in een zeef uitlekken.
Knip of chop de glasnoedels in kleine stukken. Knijp de tofoe in een katoenen doek droog. Snijd het bieslook in rolletjes van zo'n 2 centimeter lang.
Chop de ui fijn. Knijp zo veel mogelijk vocht uit de kimchi en hak in kleine stukjes.
Maak je vulling door alle ingrediënten te mengen.
Neem een manduvelletje en maak de randen nat met wat water. Leg een beetje vulling in het midden van het deeg en vouw dubbel.
Enkele belangrijke details: de vulling mag niet in de randen vastzitten, er mag geen lucht in de deegzakjes zitten en de randen moeten met water mooi gelijmd worden.
Naargelang je voorkeur kun je de mandu bakken. Verhit een pan met plantaardige olie en bak de dumplings aan beide kanten goudbruin. Of stoom ze in zo'n 5 minuten tot het deeg wat glazig (niet meer wit) wordt.
Serveer met een dipsaus
Maak de kimchi van Chinese kool:
Halveer de Chinese kolen in de lengte. Schik ze in een kom. Sprenkel een deel zout tussen de koolbladeren. Vul aan met water en zout tot de kolen onderstaan.
Week de kool 6 tot 12 uur in het zoutbad. Spoel de kool grondig om het zout goed uit te wassen. Laat het water eruit lekken.
Snijd de wortel in fijne slierten van 5 centimeter lang, of gebruik voor het gemak een papajaschiller. Snijd het bieslook en de lente-ui even lang.
Mix de ingrediënten voor de marinade samen met de yuksu tot een homogene pasta. Meng de marinade met de pul en versneden groenten. Breng de marinade aan op elk koolblad. Laat de kimchi gedurende een dag of twee trekken op kamertemperatuur. Zet hem dan in de koelkast om te laten rijpen.