Ingrediënten
Bereiden:
Snipper de sjalot heel fijn.
Vermeng in een schaal 2/3 van de versnipperde sjalot, de havervlokken, de geraspte kaas, eieren en de helft van de bouillon. Voeg tijm, zout en peper toe naar smaak. Laat het mengsel 1 uur staan en vorm er dan koekjes van. Voeg eventueel nog wat bouillon toe als het mengsel te droog is.
Bak de koekjes goudbruin in olie of boter.
Schil de wortelen. Fruit de resterende sjalotten met een takje tijm. Voeg er de gesneden wortelen aan toe. Stoof tot de wortelen beetgaar zijn. Kruid met peper, zout en extra tijm.
Voor de mosterdsaus meng je in een klein kommetje de bloem, suiker en mosterd goed door elkaar. Klop de melk en de eidooiers in een pannetje en klop er dan het suikermengsel door. Roer er de azijn onder en breng onder voortdurend roeren op een middelhoog vuur aan de kook. Zet het vuur lager, proef en voeg eventueel nog wat suiker of mosterd toe. Blijf kloppen en laat sudderen tot de saus verdikt.
Serveren:
Serveer de haverkaaskoekjes met de wortelen en mosterdsaus.