Ingrediënten
Bereiden:
Snijd de steelaanzet van de kool weg en verwijder de buitenste bladeren. Snijd de nerven weg en hou de bladeren apart. Snijd de binnenste bladeren in fijne reepjes of in blokjes.
Breng water met zout aan de kook. Leg er de buitenste bladeren in en blancheer ze drie minuten. Haal de bladeren uit het water. Breng het opnieuw aan de kook en leg er nu de fijngesnipperde kool in. Laat 2 tot 3 minuten koken. De kool moet nog beetgaar zijn. Giet het water af en wring de fijngesneden kool goed uit tot al het vocht verwijderd is.
Maak nu de bechamelsaus. Smet de boter in een pan en doe de bloem erbij. Laat al roerend droogbakken. Let goed op dat de bloem niet verbrandt. Voeg al roerend de koude melk toe en blijf goed roeren tot de saus begint te binden. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.
Snijd de ham in stukjes. Verhit de gril.
Meng de fijngesnipperde kool met twee eetlepels bechamelsaus en de fijngesnipperde ham. Neem enkele geblancheerde bladeren en leg ze over elkaar. Kruid met peper en zout en beleg ze met enkele lepels van de vulling. Rol ze stevig op, snijd de uiteinden bij en leg ze in een kom. Prik ze eventueel vast met een houten prikker zodat ze niet uit elkaar vallen. Giet de resterende bechamelsaus over de koolrolletjes. Bestrooi ze met parmezaan en gratineer.