Bereiden:
Meng alle ingrediënten voor de laksaus in een schaaltje.
Kook de aardappelen gaar in gezouten water. Giet ze af en stamp ze fijn. Voeg er nu currypoeder, kurkuma, een ei, een eidooier, rozijntjes en bloem aan toe. Meng goed. Vorm nu met je handen ‘koekjes’ van de puree. Bestuif met extra bloem.
Bak het varkenshaasje in een klontje boter. Kruid met peper. Voeg als het vlees zo goed als gaar is de laksaus en de stukjes appel toe. Laat inkoken.
Smelt opnieuw een klontje boter in een pan op het vuur. Bak er de aardappelkoekjes in.
Serveren:
Snijd het varkenshaasje in plakjes. Schik enkele plakjes mooi op een bord. Leg er de aardappelkoekjes bij en lepel er de saus over.