Gebakken roggevleugeltje met kappers en citroen

Een recept van Bert Meewis, zoals gezien in De Garde van Gert

Simpel maar goed: ontdek de recepten!

Simpel maar goed: ontdek de heerlijke recepten!

Ingrediënten

persoon personen Even geduld...
1 sjalot
1 ui
0,5 prei
0,5 selder
0,5 wortel
1 blaadje laurier
enkele peterseliestengels
enkele peperbolletjes
6 aardappelen
2 roggevleugeltjes
1 el peterselie, fijngehakt
5 el kappertjes
1 citroen
bloem
peper - zout - nootmuskaat

Bereiden:

Snijd de sjalot, de ui, de prei en de selder in grove stukken. Doe de groenten in 1 liter kokend water. Voeg laurier en peperbolletjes toe. Laat 15 minuten trekken op een matig vuur.

Schil de aardappelen en snijd ze in tonnetjes. Kook ze gaar in gezouten water.

Dep 2 eetlepels kappertjes droog tussen keukenpapier. Meng ze door 1 eetlepel bloem en verwijder de overtollige bloem. Doe de gebloemde kappertjes nu in een kommetje met volle melk. Giet door een zeef en doe de kappertjes opnieuw in de bloem. Verwijder opnieuw de overtollige bloem en frituur ze vervolgens op 180 graden in een zeefje gedurende een minuutje. Laat ze ten slotte uitlekken op keukenpapier. Kruid met zout en laat afkoelen.

Pel de citroen à vif.

Smelt een klontje boter in een pan. Kruid de rogvleugels met peper en zout. Bloem ze en bak ze vervolgens goudbruin. Zet de vis vervolgens 5 à 6 minuutjes in een voorverwarmde oven van 200 graden.

Giet de aardappelen af en meng ze met een klontje gesmolten boter, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, een snuifje nootmuskaat en zout.

Giet de bouillon door een zeef.

Haal de vis uit de oven en leg op een bord. Gebruik de boter waarin de rog is gebakken als basis voor de saus. Voeg hier de partjes citroen, fijngehakte peterselie, fijngehakte kappertjes en enkele lepeltjes van de groentebouillon aan toe.

Serveren:

Schik de rog en de aardappeltjes mooi op een bord. Werk af met de saus van boter en kappertjes en de gefrituurde kappertjes. 

Inspiratie & blog