Ingrediënten
bereiden:
Spoel de mosselen af onder koud stromend water.
Smelt een klontje boter in een grote pan en laat hierin de selder en ui even zweten. Doe de mosselen erbij, zet het deksel op de pan en stoof kort aan, de mosselen moeten openkomen maar moeten nog niet gaar zijn. Haal de mosselen met behulp van een mesje uit hun schelp.
Smelt voor de erwtjes een klontje boter in een kleine pan. Stoof hierin de gesnipperde sjalot glazig. Doe de erwtjes erbij en laat rustig verder stoven. Meng er helemaal op het einde de helft van de kropsla onder.
Smelt in een tweede kleine pan een klontje boter en bak hierin de croûtons krokant samen met de gesnipperde look.
Wentel de mosseltjes in de bloem en schud de overtollige bloem eraf. Smelt een klontje boter in een pan en laat lichtjes bruinen. Bak hierin de mosseltjes krokant.
serveren:
Verdeel de erwtjes over twee voorverwarmde borden. Leg hierop de mosseltjes en strooi er de broodcroûtons over. Werk af met een snuifje peper en zout en een klein handje versneden kropsla. Lepel er als laatste een beetje van het bakvocht van de mosselen over.