Hoeveelheid | Ingrediënt |
---|---|
1 | ui |
2 stengels | selder |
150 g | ongepelde garnalen |
150 g | wijting |
arachideolie | |
30 g | bloem |
120 g | gepelde garnalen |
8 sneden | brood |
30 g | boter |
peper en zout |
Snijd de ui en de stengels selder in grove stukken. Stoof ze aan samen met de ongepelde garnalen in een scheutje arachideolie. Zet net onder met water en laat het geheel 20 minuten pruttelen op een zacht vuurtje. Zeef de garnalen en de groenten en vang de fumet op. Breng de garnaalfumet opnieuw aan de kook en pocheer er de wijtingfilets gedurende 2 minuten in. Schep ze uit het vocht en leg ze aan de kant.
Laat een klontje boter smelten in een steelpannetje en voeg er evenveel bloem aan toe. Giet de garnaalfumet erbij en breng het geheel al roerend aan de kook. Breng op smaak met peper en zout. Haal de saus van het vuur en roer er de gepelde garnalen onder.
Smeer de sneetjes brood in met een laagje boter. Smeer vier sneetjes in met een laagje van het garnalenmengsel. Leg er vervolgens een stukje wijting, enkele gepelde garnalen en een tweede sneetje brood bovenop. Druk lichtjes aan en bak ze in de pan of in het croquemachine goudbruin. Serveer met een slaatje.