Ingrediënten
Bereiden:
Begin met het schillen van de aardappelen en snij ze in stukken. Doe hetzelfde met de knolselder en doe samen met de aardappelen in een pot. Voeg een gesnipperd uitje toe en zet onder water. Kruid met een beetje zout en breng aan de kook.
Vul een pot met een liter olijfolie en doe hier enkele takjes tijm en rozemarijn bij. Voeg vervolgens nog een halve bol look toe en laat de olie zachtjes warm worden (tot ongeveer 60 graden).
Snij een mooi mootje van de kabeljauw en laat dit twintig minuten in de warme olijfolie garen.
Neem het overgebleven stuk kabeljauw en verwijder hiervan het vel. Snij vervolgens in blokjes. Wanneer de aardappelen met de knolselder zo goed als gaar zijn mag je de blokjes vis eraan toevoegen en een vijftal minuten laten meekoken. Giet het geheel af als de vis gaar is en doe terug in de pot.
Voeg hier nu 2 eetlepels gezouten boter, een scheutje olijfolie, een bussel pijpajuin en ½ bot peterselie (beiden fijngehakt) aan toe. Breng op smaak met peper en zout, en stamp vervolgens fijn tot een smeuïge brandade. Neem een bussel waterkers, snij de steeltjes eraf en roer onder de brandade.
Controleer of de kabeljauw in de olijfolie volledig gegaard is en laat even uitlekken op keukenpapier. Verwijder ook het vel.
Serveren:
Dresseer de vis mooi op een bord samen met de brandade. Kruid met peper, zout en een scheutje olijfolie en werk af met verse kruiden.