Ingrediënten
Bereiden:
Zet de varkenswangetjes op in de koude varkensbouillon
en laat 2 uur zachtjes garen.
Verwijder de peulen van de tuinbonen. Kook ze beetgaar in gezouten water. Dop
ze daarna. Dat doe je door de vliesjes rond de tuinbonen te verwijderen.
Zet ze opzij.
Haal de gare wangetjes uit de bouillon. Laat de bouillon tot de helft inkoken en
laat afkoelen.
Maak de saus:
Smelt de boter. Roer de bloem
erdoor tot je een droge massa krijgt. Klop ongeveer 8 dl van de koude bouillon er
beetje bij beetje door. Laat even doorkoken en voeg er dan de room aan toe. Breng op
smaak met peper, zout en nootmuskaat. Voeg hier de tuinbonen aan toe en overgiet
hiermee de wangetjes.