Met dank aan de Romeinen staat er bij ons konijn op het menu. Zij maakten het wilde konijn tam waardoor het al snel in de kookpot belandde. In het begin enkel bij de elite, maar in de middeleeuwen werd het konijn een goedkope en gemakkelijk te kweken lekkernij. De diertjes deden al snel hun naam eer aan en kweekten als konijnen op het Europese vasteland. Recepten als konijn met pruimen, konijnenragout en wild konijn met champignons kennen een lange geschiedenis. De Vlaamse reus is wellicht het bekendste kweekras in Vlaanderen. Het beest kan tot 8 kilo wegen en is geliefd omwille van zijn fijn, mager en zacht vlees. Qua smaak is konijn nauwelijks te vergelijken met een andere vleessoort. Konijnen worden geslacht als ze 12 weken oud zijn en ze tussen de 1,2 en 1,4 kg wegen. Hoe ouder een konijn is, hoe taaier en krachtiger zijn vlees smaakt. Let er bij aankoop op dat je het konijn koopt bij een poulier die de dieren onversneden ophangt. Zo weet je dat ze vers zijn en kan je er eentje uitpikken met een brede vlezige rug en een stevig beendergestel. De voorbillen van het konijn smaken heerlijk in een stoofgerecht terwijl je zijn rug best bakt zoals een kipfilet. Echte konijnenliefhebbers bakken de lever in zijn geheel om in een fris slaatje te verwerken en eten de hersentjes op een toast met grof zout.