Ananas

‘Nana meant’, kostelijke plant. Zo noemden de Zuid-Amerikaanse indianen de ananas. De vrucht komt oorspronkelijk uit Paraguay en was al over heel Zuid-Amerika verspreid toen Spaanse en Portugese zeevaarders de vrucht in de 15e eeuw ontdekten. De Portugezen namen de indiaanse naam ‘nana’ over, de Spanjaarden noemden hem ‘pi.a’, pijnappel, omdat hij door zijn vorm op een pijnappel lijkt. Daar komt nog het Engelse woord ‘pineapple’ vandaan. 

De ananas groeit op een bijzondere manier. Een ananasplant wordt gemiddeld 80 cm hoog en bestaat uit een bundel lange smalle, bladeren, veelal met scherp getande randen. Uit het hart van de plant groeit na 15 tot 20 maanden een houtachtige bloemstengel waaraan zich honderd of meer kleine bloemen ontwikkelen. Uit ieder van deze bloemetjes ontstaat een vruchtje. Die vruchtjes groeien samen tot een min of meer kegelvormige grote vrucht die de ananas wordt. Elk van de knobbeltjes of schubben aan de buitenzijde van de ananas was ooit zo’n klein vruchtje.

Er bestaan verschillende vari.teiten die kunnen verschillen van kleur en van grootte. Groengele soorten hebben meestal meer sap dan de oranjegele die dan weer een meer karakteristieke ananassmaak hebben.

Weten:

  • Ananas bevat bromeline, een eiwitsplitsend enzym. Het heeft als voordeel dat het vlees of gevogelte malser maakt en ook de spijsvertering bevordert. Het is echter nadelig in combinatie met gelatine en zuivelproducten. Zo zal gelatine uiteenvallen, melk verzuren en yoghurt en plattekaas verwateren. Door de ananas enkele minuten te blancheren, verdwijnt dat effect. Ook ananas uit blik bevat geen bromeline.
  • Ananassen rijpen na de oogst moeilijk na en moeten dus bijna rijp geplukt worden voor een perfecte smaak en aroma. Daarom verdienen
    zogenaamde vliegtuigananassen de voorkeur boven bootananassen. Ananas die per vliegtuig wordt aangevoerd, is bijna rijp geplukt en op zijn best. Deze krijgt de voorkeur als je smaak verkiest boven de ecologische voetafdruk.
  • Kies een zware ananas met een glanzende schil en mooie groene bladeren die stevig vastzitten. Hij moet ook een lekkere ananasgeur hebben. Hoe groter de schubben, hoe meer typisch de ananassmaak; hoe kleiner, hoe minder karakteristiek hij smaakt, maar hoe sappiger en zoeter het vruchtvlees. Als de onderzijde van de ananas, rond het kroontje, bij een lichte druk van de vinger meegeeft, is hij rijp.

Bewaren:

  • Bewaar een ananas nooit in de koelkast. Zoals veel tropische vruchten is hij zeer gevoelig voor koude. Je kunt een ananas na aankoop enkele dagen op kamertemperatuur bewaren.