Ingrediënten
Bereiden:
Stoof de ui aan in een klontje boter. Voeg vervolgens de mosselen toe en laat ze garen onder deksel. Giet de mosselen af en vang het kookvocht op. Haal de mosseltjes uit hun schelp en paneer ze vervolgens. Haal ze eerst door de bloem, vervolgens door het eiwit en als laatste door het paneermeel. Frituur ze vervolgens goudbruin.
Kuis de inktvis grondig. Snijd de tentakels er af en snijd de romp in ringetjes. Snijd de kabeljauw in reepjes.
Meng het maïszetmeel met de bloem. Voeg vervolgens 250 ml ijswater toe en meng tot een glad tempuradeeg. Haal de inktvisringen eerst door de bloem, vervolgens door het tempuradeeg en frituur ze goudbruin. Doe nu hetzelfde met de kabeljauwreepjes.
Maak nu de mosselsaus. Plet de hardgekookte eitjes. Voeg een eidooier, mosterd, worcestersaus en tabasco toe. Meng er vervolgens straalsgewijs de olie onder. Breng op smaak met citroensap en enkele lepeltjes van het mosselvocht. Doe als laatste de fijngehakte peterselie en lente-ui er bij.
Serveren:
Serveer de gefrituurde mosseltjes, inktvisringen en kabeljauwreepjes in een papieren puntzak samen met de mosselsaus.