Ingrediënten
Bereiden:
Meng in een grote mengkom 400 gram van de bloem met de gist. Voeg de agave toe aan de lauwwarme rijstmelk. Zorg dat het mengsel aanvoelt als lauw badwater. Het mag niet te warm zijn, want dan gaat de gist kapot, maar ook niet te koud, want dan zal de gist niet geactiveerd worden.
Giet dit warme mengsel traag bij de bloem en de gist en roer door met een spatel tot een kleverig, dik beslag. Strooi er het zout en het knoflookpoeder over en kneed verder met de spatel. Voeg er de rest van de bloem beetje per beetje aan toe, en kneed verder met je handen. Afhankelijk van de temperatuur van je keuken, het seizoen, de vochtigheid enzovoort, zul je nog wat extra of net minder bloem moeten toevoegen. Doe de bloem er niet in één keer bij, maar geef het deeg de tijd om de bloem te absorberen. Kneed voorzichtig, te hard of te snel kneden kan een taai resultaat geven. Het deeg mag nog wat plakkerig zijn, maar je moet er een mooie bol van kunnen maken.
Maak de deegkom schoon met wat keukenpapier en vet de kom in met olijfolie. Leg je bol deeg met de ‘naadjes’ naar beneden en dek de deegkom af met een propere theedoek. Zet de afgedekte kom op een warme, tochtvrije plek en laat het deeg rijzen tot het minstens verdubbeld is in volume.
Bereid ondertussen de knoflookboter door de boter te smelten in de microgolfoven. Pers er de knoflookteentjes bij met de knoflookpers (of snijd de knoflook superfijn als je geen knoflookpers hebt) en roer er de parmezaan en fijngehakte peterselie door. Kruid verder af met de oregano, gedroogde basilicum, peper en zout.
Wanneer het deeg genoeg gerezen is (laat het ook niet overrijzen want dan zakt het weer helemaal in elkaar), vouw het dan dubbel met de ‘vette kantjes’ naar binnen op een met bloem bestrooid keukenblad. Bestrooi ook de bol deeg met bloem, zodat hij niet aan de deegrol blijft plakken. Rol het deeg uit met de deegrol. Duw niet te hard zodat het deeg overal ongeveer even dik blijft. Je moet een rechthoek van ongeveer 50 centimeter breed en 30 centimeter hoog bekomen.
Strijk ongeveer ⅔ van de knoflookboter uit over het deeg en snijd het deeg over de breedte in twee gelijke helften. Vouw elke helft dubbel en snijd reepjes van ongeveer 2 centimeter breed. Rol de reepjes uit met je hand tot een ‘touwtje’ van ongeveer 10 centimeter lang. Knobbel elk ‘touwtje’ los in het midden en vouw er de uiteindes onder. Leg de knoopjes op de met bakpapier beklede bakplaten. Zorg dat er tussen de knoopjes genoeg ruimte is, want ze gaan nog rijzen.
Dek de bakplaten met knoopjes weer af en laat nog 20 minuten rijzen. Verwarm ondertussen de oven voor op 190 °C. Wanneer de knoopjes 20 minuten hebben gerezen, mogen ze 17 minuten in de oven of tot ze mooi goudbruin beginnen te worden. Strijk de knoopjes na het bakken meteen in met de resterende knoflookboter. Ze zijn het lekkerst vers uit de oven, maar je kunt ze zo’n vier dagen in een afgesloten plastic doos bewaren. Ze zijn makkelijk op te warmen in de microgolfoven (20 seconden per broodje), maar ze smaken nog beter als je ze weer even in de oven zet. Maak dan eventueel nog wat extra knoflookboter om ze weer die extra kick te geven.