Varkenswangetjes met rode kool en gebakken aardappelen
Ingrediënten
Mals gestoofde varkenswangen in een romige saus van Inex volle room en Sublimix rundsbouillon, geserveerd met zoet-zure rode kool en krokante aardappelen. Een bord vol troost en traditie. Langzaam gegaard, rijk van smaak en perfect in balans. Dit gerecht combineert Vlaamse klassiekers met pure ingrediënten voor een resultaat dat smelt op de tong.
Stappenplan om recept “Varkenswangetjes met rode kool en gebakken aardappelen” te bereiden
Kruid de varkenswangetjes met peper en zout. Verhit een klontje boter en een scheut olie in een pot op het vuur. Bak er de varkenswangetjes rondom rond bruin in. Voeg de ui en de tijm toe en bak kort mee. Giet de cognac over het vlees en laat kort inkoken. Zet de varkenswangetjes nu onder met water en voeg het rundsbouillonpoeder toe. Roer goed, zet het vuur laag en laat de varkenswangetjes 90 minuten zachtjes stoven met het deksel op de pan.
Snijd de aardappelen in grove stukken, de schil mag eraan blijven. Stoom ze gaar in een stoommandje. Schud de aardappelen op in een vergiet zodat er kleine barstjes in komen. Bak ze daarna goudbruin en krokant in een flinke lepel smout.
Verwarm voor de rode kool een flinke klont boter in een pot op het vuur. Voeg de gesneden rode kool toe en stoof 15 à 20 minuten op een laag vuur. Breng op smaak met peper, zout en enkele takjes verse tijm. Meng op het einde de veenbessenconfituur nog onder de rode kool.
Voeg, als de varkenswangetjes gaar zijn, de room nog toe aan de saus. Laat even inkoken.
Schep de varkenswangen met de roomsaus op een bord. Serveer met de gestoofde rode kool en de krokante aardappelen. Werk af met bieslook.









