Ingrediënten
Bereiden:
Breng een ruime pan gezouten water met citroensap aan de kook. Snijd het witloof overlangs in, zonder het volledig door te snijden. Gaar het witloof in +- 4 minuten en leg het witloof dan onmiddellijk in een schaal ijskoud water. Zo blijft het mooi wit van kleur.
Laat het witloof uitlekken en pers er voorzichtig het overtollige vocht uit. Druk het witloof wat open en vouw de uiteinden naar binnen toe. Leg een klontje boter in elk ovenschaaltje en strooi in elk schaaltje 1 eetlepel kandijsuiker. Druk het witloof met de gesneden kant naar boven gericht in de schaaltjes.
Verwarm de oven voor op 200 graden en zet de schaaltjes op de bodem in de oven. Laat +- 15 minuten bakken tot wanneer er zich een mooie karamel vormt in de schaaltjes.
Steek intussen vier cirkels uit het bladerdeeg met een diameter die net iets groter is dan de ovenschaaltjes. Prik het bladerdeeg in met een vork.
Neem de ovenschaaltjes uit de oven, controleer of het vocht mooi ingekookt is en er zich een lichte karamel gevormd heeft in de schaaltjes. Gaar ze anders nog verder.
Leg in elk schaaltje een cirkel bladerdeeg en druk het langs de randen wat in. Zet de witlooftaartjes +- 10 minuten weer in de oven tot wanneer het deeg mooi goudbruin gekleurd is. Neem de schaaltjes uit de oven en laat ze 1 minuut staan. Stort nu de taartjes voorzichtig uit de schaaltjes.
Snijd de sjalot in flinterdunne ringen en meng er diverse plukjes kruiden en scheuten onder. Roer de ricotta romig en breng op smaak met wat olijfolie, peper en zout. Meng de balsamicoazijn door de vijgensiroop en kruid lichtjes met peper en zout.
Serveren:
Schik de lauwwarme witlooftatins op de borden en werk af met de kruidensla en de vijgen-balsamicodressing. Serveer de ricotta er apart bij.
Tip: Je kan de taartjes perfect op voorhand maken en ze voor het serveren terug lichtjes opwarmen in de oven.