Ingrediënten
Recept van Mémé Gusta in Gent.
Bereiden:
Maak het stoofvlees:
Stoof de fijngesnipperde uien en sjalotten aan in een klontje boter in een pot op het vuur. Voeg tijm en laurier toe. Kruid de varkenswangetjes met peper en zout. Wentel ze door een laagje bloem en klop ze af.
Kleur de varkenswangen aan in een klont boter in een hete pan. Voeg ze bij de uien en sjalotten. Blus de pan met aanbaksels met een scheut bruin bier, roer los en giet ook bij de uien en het vlees. Herhaal tot alle varkenswangetjes gekleurd zijn. Zet het vlees nog onder in de pot met de rest van het bruin bier en de rundsfond. Voeg nog de Damse mokken, de jeneverbessen, de mosterd en de Luikse stroop toe. Roer alles goed onder elkaar en laat de varkenswangen garen gedurende 2 uur op zacht vuur. Schep de varkenswangen uit de saus. Zeef de saus en doe ze opnieuw in een kookpot. Voeg er de varkenswangetjes opnieuw aan toe.
Maak de gepofte sjalotten:
Leg de sjalotten met de schil er nog aan in een ovenschaal. Besprenkel met olijfolie en rooster ze 30 minuten in een voorverwarmde oven van 160 graden. Haal ze uit de oven, laat ze even afkoelen en duw het vruchtvlees vervolgens uit de schil. Bak dit nog even aan in een klontje boter in een pan op het vuur.
Maak de mosterdsaus:
Stoof de fijngesnipperde ui aan in een klontje boter in een pot op het vuur. Voeg de mosterd, de graanmosterd en de kippenfond toe. Laat even sudderen op een zacht vuur en mix vervolgens glad. Laat de saus nog even inkoken.
Maak de gebakken appeltjes:
Snijd de appels in partjes, de schil mag er nog aanblijven. Stoof ze aan in de boter samen met de suiker tot ze helemaal zacht zijn. Verfris nog met een kneepje citroensap.
Serveren:
Schep de varkenswangetjes in een serveerschaal. Lepel er wat mosterdsaus in. Serveer met de gebakken appeltjes, de gepofte sjalotten, frietjes en verse mayonaise.
