Ingrediënten
Bereiden:
Maak eerst de appelsaus. Schil de appelen, verwijder het klokhuis en snij in kleine stukjes. Hou 1/2 appel apart voor de garnering.
Snipper de sjalot fijn. Verhit de boter in een pan en fruit de sjalot erin glazig. Voeg de appelpartjes toe en breng aan de kook. Draai het vuur laag en laat het mengsel afgedekt 5 minuten zachtjes pruttelen.
Voeg de suiker en cayennepeper toe, draai het vuur wat hoger en laat de appelmoes nog 3 à 4 minuten sudderen tot de appelpartjes bijna stuk zijn gekookt. Voeg eventueel wat extra vocht toe. Mix de appelstukjes fijn.
Voeg de witte wijn, visbouillon en room toe aan de compote en laat alles zachtjes warmen maar niet koken. Zeef de saus en breng op smaak met citroensap, cayennepeper en weinig zout.
Kruid de sint-jakobsvruchten met versgemalen peper. Verhit in een antikleefpan de boter en walnotenolie en bak de sint-jacobsvruchten aan elke kant 1 à 2 minuten, afhankelijk van de dikte.
Serveren:
Neem een blaadje radicchio, napper daarop de saus enkele sint-jakobsvruchten. Werk af met versgemalen peper en fijngesneden appel.