Ingrediënten
Bereiden:
Snij het stuk vlees in dunne reepjes. Doe het in een mengkom, voeg een scheutje olijfolie toe en kruid met look, zwarte peper, currypoeder en paprikapoeder. Meng alles goed onder mekaar. Voeg net voor het bakken een snuifje zout toe en bak het vlees op hoog vuur in een scheutje olijfolie.
Leg de paprika’s in een ovenschaal met een scheutje olijfolie, een teentje look en een takje tijm. Bak ze gedurende 20 minuten in een voorverwarmde oven van 200 graden.
Doe de paprika’s in een glazen kom, bedek deze enkele minuten met plasticfolie zodat het vel van paprika’s mooi loskomt. Verwijder het vel van de paprika’s en snij ze vervolgens in sliertjes. Meng het vocht van de paprika’s, achtergebleven in de glazen schaal, terug onder de sliertjes.
Snij het rood pepertje doormidden en verwijder de zaadjes. Hak fijn. Snipper ook het sjalotje fijn. Snij het teentje look doormidden. Verhit een scheutje olijfolie in een pan en voeg alle ingrediënten toe. Laat stoven. Voeg een scheut rode wijnazijn toe en bevochtig extra met de kalfsfond. Laat op een klein vuurtje tot de helft inkoken. Werk de saus af met fijngehakte dragon en een scheut olijfolie.
Breng de gevogeltebouillon aan de kook. Giet over de bulgur en laat zwellen.
Meng onder de bulgur een deel van de paprikasliertjes, fijngehakte dragon, gekonfijte citroen, peper, zout.
Serveren:
Schep de bulgur, het vlees en de paprika in een dresseerring op een bord. Werk af met de saus alvorens te serveren.