Ingrediënten
Bereiden:
Schil de bonkaardappelen, kook ze en plet tot een smeuïge puree.
Warm de verse hoeveboter op en laat het vocht uit de boter verdampen tot ze een mooie geelbruine hazelnootkleur krijgt, en de typische geur en ietwat zoete smaak van hazelnootboter. Meng ze doorheen de aardappelpuree. Voeg ook de verse karnemelk en de zure room toe aan de puree.
Leg plakjes vlaskaas over de puree. Deze kaas uit het Kortrijkse zorgt voor een romige, licht zoete smaak.
Bak de spekblokjes kort aan, zodat ze nog zacht zijn. Neem een hoge kookpot. Vul hem voor drie vierde met water en breng aan de kook. Voeg een scheut azijn toe. Breek het eerste ei (zonder de dooier te breken) en doe het in een kopje. Zet het vuur zachter en houd het water net onder het kookpunt. Giet het ei in het midden van de pot zacht kokend water. Haal na ½ minuut het gepocheerde ei met een schuimspaan voorzichtig uit de pot. Herhaal dit proces met de andere eieren. Leg het in het midden van het gerecht.
Werk af met de gebakken spekblokjes. Je kan in plaats van vlees ook voor gepelde grijze garnaaltjes kiezen.
Garneer met gehalveerde kerstomaatjes, lente-uitjes en citroenpeper.