Ingrediënten
Krokante garnaalballetjes van gepelde grijze garnalen en kokos, gefrituurd tot goudbruin en fris op smaak gebracht met citroen. Erbij boterzacht gestoofde jonge wortelen met citroentijm en laurier en simpel gestoomde krielaardappelen voor een lichte huiselijke maaltijd. Perfect als feestelijk voorgerecht of zomerse hoofdschotel voor wie houdt van knapperig, zuur en zachte groenten.
Stappenplan om recept “Garnaalballetjes met jonge worteltjes” te bereiden
Snipper de ui fijn en dep ze zo droog mogelijk met keukenpapier. Mix de garnalen en de ui fijn. Voeg de bloem, de kokos en 1 à 2 el Panko toe. Meng goed. Splits de eieren en roer de eidooiers erdoor. Breng op smaak met enkele druppels citroen, peper en zout.
Klop de eiwitten los. Wentel de garnaalballetjes eerst in het eiwit en dan in het resterende broodkruim. Bewaar ze koel tot ze gefrituurd worden.
Schil de aardappelen en stoom ze beetgaar. Schil de wortelen en laat ze gaar stoven in een klontje boter en olijfolie, met citroentijm en een blaadje laurier. Kruid met peper en zout.
Verhit de frituurolie op 190 graden. Frituur de balletjes 2 à 4 minuten. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Serveren:
Serveer de garnaalballetjes heet, met de gestoofde wortelen en gestoomde aardappelen. Geef er een schijfje citroen bij.







