Flantaart

Bereiden:

Maak de bodem:

Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een taartvorm licht in en bekleed deze met het bladerdeeg. Druk de randen goed aan en snijd overtollig bladerdeeg weg. Prik de bodem in met een vork. Bedek de bodem met een laagje bakpapier en verdeel er bakparels over. Bak de bodem nu 40 minuten af in de oven. 

Maak de flan:

Snijd het vanillestokje open en schraap de zaadjes eruit. Doe de melk, de vanillezaadjes en het vanillestokje in een steelpan en verwarm tot net onder het kookpunt. Roer de eidooiers, het maïszetmeel en de bloemsuiker onder elkaar in een kommetje. Haal het vanillestokje uit de warme melk en giet een deeltje van de melk geleidelijk bij het eimengsel, terwijl je voortdurend roert. Giet het mengsel terug in de pan en verwarm al roerend op lage tot middelhoge temperatuur tot het dikker wordt. Dit duurt ongeveer 5 minuten. Roer er ten slotte nog de boter onder voor een extra smeuïg resultaat. 

Bak de taart af:

Giet de vulling op de bladerdeegbodem en strijk glad. Doreer met ei op de vulling voor een mooi korstje, voor het in de oven gaat. Bak de taart nog 40 à 45 minuten in de voorverwarmde oven tot de bovenkant goudbruin is en de vulling stevig aanvoelt. 

Serveren:

Haal de taart uit de oven en zet hem daarna minstens 2 uur in de koelkast om op te stijven. Ontvorm de taart en werk ze af met bloemsuiker op de rand alvorens te serveren.