Ingrediënten
Bereiden:
Schil de aardappelen en snipper de ui. Neem een grote pot gezouten water en doe de aardappelen en de ui hierin. Kook gaar. Giet de aardappelen af en stamp ze fijn. Voeg een klontje boter en een scheutje melk toe. Breng op smaak met peper en zout.
Zet een grote pot op het vuur. Doe hierin de linzen, 1 stukje prei, ½ ui, ½ wortel en 1 plak gezouten spek. Zet onder in water en laat garen op matig vuur.
Snipper een sjalotje en een teentje look fijn. Stoof aan in een klontje boter samen met enkele peterseliesteeltjes en een plak gezouten spek in reepjes. Zet onder met water en doe er nog een half blokje kippenbouillon bij. Breng aan de kook. Giet de jus vervolgens door een zeef, verwarm opnieuw op het vuur en monteer op met een klontje boter. Voeg de zilveruitjes, augurken en peterselie toe. Kruid met peper en zout.
Steek de coquilles open. Verwijder de corail en de sluitspier van de coquilles. Spoel ze nu grondig af onder koud stromend water. Dep de sint-jakobsvruchten vervolgens droog met keukenpapier. Kruid ze met peper en zout.
Smelt een klontje boter en een klein scheutje olie in de pan. Bak hierin de coquilles goudbruin.
Serveren:
Schep de uienpuree, de linzen en de coquilles op een bord. Overgiet met de jus alvorens te serveren.
