Ingrediënten
Bereiden:
Schil de aardappelen en kook ze gaar in ruim gezouten water. Giet ze af en droog ze even na op het vuur. Pureer de aardappelen met een roerzeef. Kleur de boter mooi bruin en blus met de karnemelk. Voeg bij de aardappelen, meng alles goed tot een smeuïge puree. Kruid bij met peper van de molen, zout en nootmuskaat.
Scheid de eidooiers van het wit. Klop het wit tot sneeuw. Roer de dooiers met de bloem, wat zout en het bier tot een dik papje. Spatel er de eiwitten onder.
Snij de kabeljauwfilet in 8 gelijke, smalle stukken. Kruid met peper van de molen en zout. Dompel ze onder in het bierbeslag. Haal uit het beslag en frituur mooi krokant en gaar in hete olie van 180 °C. Laat uitlekken op keukenpapier.
Serveren:
Lepel de aardappelpuree in het midden van een groot, warm bord. Schik hierop 2 beignets van kabeljauw. Lepel er wat tartaarsaus naast en werk af met sprietjes bieslook en een takje platte peterselie.