Stoofvlees van rund

Vraag aan de slager om het vlees in gelijke stukken van 4 bij 4 centimeter te snijden, zo zal het vlees gelijkmatig garen. Anders krijg je overgare kleine stukken en taaie grote stukken. Kruid het vlees aan alle kanten met peper en zout.

Smelt 20 gram boter in een grote pan zonder antiaanbaklaag en laat de boter mooi schuimig bruin worden. Bak het vlees aan alle kanten tot je een mooi bruin korstje hebt. Doe het gebakken vlees in een ruime kookpan.

Was je pan te klein om al het vlees in een keer te bakken, bak dan de rest van het vlees in dezelfde pan met de rest van de boter en blus met de helft van het water. Blus iedere pan met de helft van het water en voeg de runderbouillon toe.

Als al het vlees gebakken is en in de kookpot zit, bestrooi het dan met bloem (singeren). Overgiet het daarna met de runderbouillon uit de pan en voeg de 2 flesjes bier toe. Gebruik zoet bruin bier. Als je bitter bier gebruikt, wordt je saus echt zeer bitter. Voeg tijm, laurier en rozemarijn toe.

Snijd de uien en de knoflook grof en stoof ze aan in wat boter tot ze glazig zijn. Voeg toe aan de stoofpot. Laat nu het geheel opkoken. Roer goed op de bodem van de pot om aanbranden te voorkomen. Als de stoofpot in het begin aanbrandt, krijgt de stoverij een verbrande smaak.

Smeer de boterhammen in met de mosterd en leg ze op het stoofvlees. Laat nu zachtjes garen op stand 3 à 4, naargelang het vlees dat je gebruikt, gedurende 2 à 3 uur. Controleer regelmatig of het vlees gaar is.

Voeg op het einde de balsamicoazijn toe en breng op smaak met peper, zout en een snufje suiker. Serveer het stoofvlees met mayonaise en frietjes.