Limoen

Limoenen zijn iets kleiner en ronder dan citroenen en hebben een harde, groene schil. Het vruchtvlees bevat geen pitten, is geuriger en aromatischer dan dat van citroen en bevat ook tweemaal zoveel sap als een citroen. Chefs zijn er dol op en gebruiken ze om hun bereidingen lichter en frisser te maken. Net zoals citroen (‘lemon’ in het Engels) komt het woord limoen (‘lime’ in het Engels) van het Arabische woord ‘lemah’. Limoenen komen wellicht uit Maleisië of India. Terwijl citroenen vooral in subtropische gebieden worden gekweekt, heeft een limoen nog meer warmte nodig en vind je ze vooral in tropische gebieden. Daarom is een limoen ook groen. De kleur van citrusvruchten ontwikkelt zich tijdens een koele winter. In tropische gebieden is er geen winter en blijft citrusfruit groen tot de rijping. Limoen is zeer gevoelig voor koele temperaturen en wordt nooit aan koude blootgesteld om een kleur te ontwikkelen. Maar als je ze enkele weken op een koude plaats legt, zal je merken dat de kleur van groen naar geel verandert.

Weten:

  • ̓Wil je fijne limoenreepjes om te konfijten, gebruik dan een canneleermesje of een aardappelschiller. Snij voorzichtig reepjes van de schil af en vermijd dat je ook het onderliggende witte vliesje mee afsnijdt, want dat is erg bitter. Snij de reepjes vervolgens in fijne julienne.
  • Voor je de schilletjes gaat konfijten, moeten ze altijd even gekookt worden, omdat suiker de schil verhardt.
  • Rol limoenen even stevig met de handen over het werkvlak voor je ze wil persen. Ze zullen dan gemakkelijker hun sap lossen.

Recepten met dit ingrediënt