Njam!-foodie Flo maakt een culinaire wereldreis en deelt daarbij haar ervaringen met de njam!-lezers. Ontdek hier haar zoete ontdekkingen in Portugal!
Na een vlucht van 10 uur landde ik op Europese bodem in het prachtige Lissabon voor een korte tussenstop. Ik nam meteen een taxi naar Belém want daar had ik een afspraak bij de wereldbekende zaak ‘Pastéis de Belém’. Bij aankomst was ik meteen sprakeloos, de authenticiteit van de zaak is ongelooflijk! Er staan rijen mensen aan te schuiven om de beroemde pastéis te kunnen proeven. Ik kreeg een rondleiding van Fedra, zij werkt al 18 jaar met veel enthousiasme voor Pastéis de Belém en dat was duidelijk te merken aan de passie waarmee ze alles uitlegde. Het recept van de gebakjes zit al sinds 1400 in de familie, maar de pastéis worden pas verkocht sinds 1837.
In het Jerónimos-klooster in Belém was een suikerraffinaderij. Toen alle kloosters door de liberale revolutie moesten sluiten, waren de pastéis hun redding! Iemand van het klooster begon de gebakjes te verkopen en zo konden ze overleven. De gebakjes werden al snel wereldberoemd onder de naam ‘Pastéis de Belém’.
Het klinkt als een fabeltje, maar dat is het niet. Maar 4 personen kennen het geheime recept van de pastéis! Iedere ochtend komen deze 4 personen samen in het ‘geheime kantoor’ van de zaak om het bladerdeeg en de pudding te maken. Het kantoor wordt gescheiden van de rest van het gebouw door 2 dikke kluisdeuren en een gang van ongeveer 10 à 15 meter. Buiten deze 4 personen mag hier niemand anders binnenkomen, dus meer informatie over deze geheime kamer kan ik jullie helaas niet geven.
Wanneer de recepten bereid zijn, worden de bodems van de pastéis gemaakt door de medewerkers in de bakkerij. Een stevige job als je weet dat ze hier per dag 30.000 pastéis verkopen! Nadien worden de pastéis gevuld met hun heerlijke crème en worden ze 20 minuten op 425°C gebakken, de ovenruimte is dus lekker warm!
Naast de winkel met de dagelijkse lange files van liefhebbers die de pastéis willen kopen is er ook een tearoom. Hier kunnen ongeveer 450 mensen zitten om te genieten van een verse pastéi en een koffietje. Hoe ze al die bestellingen kunnen bolwerken? Wel, Pastéis de Belém heeft zo’n 150 werknemers in dienst! Ik stond met mijn mond vol tanden toen ik dat hoorde.
Na de fantastische rondleiding was het natuurlijk tijd om de beroemde lekkernij te proeven. Ik genoot van een koffie met een verse pastéi de Belém, geserveerd met wat kaneelpoeder en poedersuiker. Overheerlijk! Ik zou zeggen: ‘Getest en méér dan goedgekeurd!’ Het geheime familierecept heb ik helaas niet kunnen bemachtigen, maar ik geef jullie met plezier mijn recept voor pasteis de Nata!