Ingrediënten
Bereiden:
Klop de kalkoenfilets goed plat, kruid ze met peper en zout.
Was de appelen, verwijder het klokhuis en snij ze in schijfjes. Besprenkel met citroensap.
Leg op 1/2 van de kalkoenfilet een sneetje parmaham en een schijfje appel. Kruid met versgemalen peper en zout. Plooi de kalkoenfilet dicht, leg er een blaadje salie op en maak vast met een satéstokje.
Verhit in een pan een klontje boter en een scheutje olie. Bak de kalkoenlapjes 10 minuten op een matig vuurtje. Voeg halverwege de fijngesneden look en het citroensap toe. Blus met de marsala en bouillon. Laat nog 2 minuten doorkoken.
Serveren:
Voeg de rasp van citroen en gehakte peterselie toe. Monteer eventueel met een klontje boter.
Serveer met pasta.