Ingrediënten
Bereiden:
Gaar de aardappelen in de schil in kokend, gezouten water (of in een oven van 180°C).
Pel de aardappelen en pureer ze met een pureestamper.
Meng de gezeefde bloem onder de warme aardappelpuree en werk er tot slot snel de eidooier onder.
Breng op smaak met peper, zeezout en nootmuskaat. Bestuif het werkblad met wat bloem en rol het aardappeldeeg uit tot een lange cilinder. Snijd stukjes van 1,5 tot 2 cm grootte van de cilinder en rol ze over een vork om het typische gnocchipatroon aan te brengen.
Breng een grote pan gezouten water aan de kook en zet het vuur iets lager zodanig dat het water net tot tegen het kookpunt aan blijft. Gaar de gnocchi in 2 of 3 porties. Ze zijn gaar zodra ze boven komen drijven. Let wel op dat ze niet aan de bodem blijven kleven.
Voor de pesto:
Was de radijzen grondig in koud water, snijd het loof van de radijzen en zwier droog. Gaar de radijsjes beetgaar in kokend gezouten water in 15 minuten en verfris onder koud stromend water. Doe het loof van de radijzen in een mengbeker met de knoflook, parmezaan, pijnboompitten en de olijfolie en mix tot een gladde pesto. Breng op smaak met peper en zeezout.
Snijd de Romeinse sla in stukjes. Verwarm wat olijfolie in een pan en warm de gnocchi samen met de radijsjes op in de pan, kruid met peper en zeezout. Voeg de Romeinse sla toe en wentel alles voorzichtig om. Neem de pan van het vuur en schik alles op de borden, druppel er de pesto over en dien op.
Eventueel kan je wat extra Parmezaanse kaas erbij serveren.
Tip: Je kan ook kant-en-klare gnocchi uit de versafdeling van de supermarkt gebruiken voor dit gerecht.