Gefrituurde bloemkoolroosjes met tartaar
Ingrediënten
Krokant gefrituurde bloemkoolroosjes met een romige tartaarachtige dipsaus van eigeel, mosterd, citroen en kappertjes bieden een verrassend zout en zuur contrast en veel textuur. Ideaal als borrelhap of licht vegetarisch hoofdgerecht voor lente en zomer, de roosjes worden eerst beetgaar gekookt, à l’anglaise gepaneerd en goudgeel gefrituurd in arachideolie. Frisse zilveruitjes, augurk en peterselie geven extra pit.
Stappenplan om recept “Gefrituurde bloemkoolroosjes met tartaar” te bereiden
Snij de bloemkool in roosjes en kook ze beetgaar. Laat even afkoelen.
Maak een dipsaus op basis van mayonaise. Meng het eigeel met een eetlepel mosterd en roer goed om. Pers er de halve citroen bij en klop tot mayonaise door er telkens een klein beetje olie bij te gieten. Kruid stevig met peper en zout. Hak enkele zilveruitjes, lente-uitjes, de peterselie en wat augurkjes fijn en voeg ze bij de mayonaise. Strooi er enkele kappertjes over.
Paneer nu de afgekoelde bloemkoolroosjes. Wentel ze eerst even in de bloem, dan door een losgeklopt eitje en daarna door het paneermeel. Dit heet in vaktermen: paneren à l’anglaise. Bak de gepaneerde bloemkoolroosjes in de frietketel goudgeel op 160 °C en serveer er de dipsaus bij.
