Ingrediënten
Bereiden:
Maak de taartbodem:
Maak een kuiltje in de bloem en leg hier de rest van de ingrediënten in,behalve de geraspte citrusschilletjes. Meng met de handen door elkaar en kneedtot een soepel deeg. Meng de geraspte citrusschilletjes door het deeg. Bestuif met bloem en rol uit. Leg het deeg voorzichtig in de taartring, duw het deeg voorzichtig naarbeneden en verwijder het overtollige deeg. Zet de taartbodem op een velletje bakpapier en laat 15 minuten rusten in de koelkast.
Maak de bosvruchten:
Meng het water met de suiker en breng het aan de kook. Snijd de kruiden in stukjes, zodat ze volop hun aroma kunnen vrijgeven. Haal het kokende suikerwater van het vuur en doe de kruiden erbij en laat infuseren. Voeg er de bosvruchten aan toe. Maak ondertussen de vulling voor de taart.
Maak de vulling:
Meng de room, de plattekaas en de melk. Meng de eieren en de eierdooiers en klop ze los met de suiker. Klop er nu zachtjes het mengsel van plattekaas, room en melk door. Roer de bloem erdoor en voeg tot slot de dessertwijn en crème de cassis toe.
Afwerking:
Verwarm de oven voor op 180 °C. Haal de taartbodem uit de koelkast en wrijf de bodem in met een laagje abrikozenconfituur. Gebruik hiervoor een kwast. Hou nog 2 eetlepels confituur over om gelei mee te maken. Schep de bosvruchten uit de bouillon, laat ze goed uitlekken en verdeel over de bodem.Giet het beslag erover. Zet de taart op een bakplaat en laat 25 tot 30 minuten bakken in de warme oven. Kook 2 eetlepels abrikozenconfituur met het water en zeef. Dit is nu abrikozengelei.
Serveren:
Laat de taart een beetje afkoelen. Haal de ring van de taart en bestrijk met de abrikozengelei. Werk af met enkele takjes munt en verse bosvruchten.