Bitterballen
Ingrediënten
Stevige, romige bitterballen met langzaam gegaarde runderschenkel en Parijse champignonduxelles, omhuld met extra krokante panko. Door een rijke roux en geconcentreerde bouillon ontstaat een fluweelachtige ragout die een nacht koel moet opstijven voordat je ze paneert en frituurt tot goudbruin. Ideaal als warm borrelhapje bij herfstige avonden of een gezellige borrel met vrienden.
Stappenplan om recept “Bitterballen” te bereiden
Laat de runderschenkel twee uur koken in een klassieke bouillon (wortel, ui, prei, selder). Laat vervolgens het vlees afkoelen in de koelkast. Snijd fijn.
Snijd de champignons in duxelles en stoof ze aan in een klontje boter. Kruid met peper en zout.
Maak een roux met de boter en de bloem in een grote pot. Voeg de bouillon toe, laat indikken en zet de pot van het vuur.
Laat de gelatine blaadjes weken in koud water. Knijp het water er uit en voeg ze bij de bouillon. Meng vervolgens ook de champignons en de stukjes runderschenkel er onder. Breng op smaak met een snuif peper en zout.
Schep de vulling in een bakje of schotel en laat een nachtje koelen in de koelkast.
Haal de vulling uit de koelkast de rol er kleine balletjes van. Haal de balletjes door het eiwit en door de panko. Doe dit twee maal zodat de balletjes goed bedekt zijn met panko.
Zet de balletjes een half uurtje in de koelkast alvorens ze te bakken.
Bak de bitterballen 1 à 2 minuten op 180 graden in de friteuse. Serveer met mosterd.