Ingrediënten
Bereiden:
Maak het boterdeeg:
Maak een kuiltje in de bloem en doe er, behalve het amandelpoeder, de rest van de ingrediënten van het boterdeeg in. Kneed alles samen tot een soepel deeg en maak er een bolletje van. Bestuif het werkblad met bloem en rol het deeg uit. Draai af en toe om.
Leg het deeg voorzichtig in de taartvorm, zorg dat het tegen de wanden is aangedrukt. Rol met de deegrol over de randen van de vorm en verwijder het overtollig deeg. Bestrooi de bodem met amandelpoeder.
Maak het beslag:
Verwarm de oven op 180°. Besprenkel de appel- en perenblokjes met citroensap
Smelt de boter langzaam met de suiker. Roer goed en haal de pan van het vuur. Klop de eierdooiers en het zetmeel door het mengsel van boter en suiker. Giet ze in een grote kom.
Meng de appel- en perenblokjes met het beslag. Stapel ze tot een torentje op de taartbodem. Zet 20 à 25 min in de oven.
Serveren:
Meng het water met de abrikozenconfituur, breng kort aan de kook en giet door een zeef. Neem de taart uit de oven en haal hem voorzichtig uit de vorm. Bestrijk hem met een laagje gelei. Werk af met poedersuiker.
