Ravioli met ricotta, courgette en broccoli
Ingrediënten
Romige ravioli met ricotta, courgette en broccoli in een goudbruine pecorino bechamelsaus, ideaal als troostrijke ovenschotel vol smaak. De groenten worden kort gestoofd zodat ze knapperig blijven en worden gemengd met beetgare ravioli en een zachte saus van boter, bloem, melk en fijngeraspte pecorino. Perfect voor een makkelijke doordeweekse maaltijd of een gezellige weekendmaaltijd in lente en zomer.
Stappenplan om recept “Ravioli met ricotta, courgette en broccoli” te bereiden
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Snijd de courgette in kleine blokjes en de broccoli in kleine roosjes. Maak de bechamelsaus. Smelt de boter in een steelpannetje. Voeg er een lepel bloem aan toe en laat een minuutje droog bakken. Bevochtig vervolgens met de melk, roer er de fijngeraspte pecorino onder en meng tot een gladde saus. Kruid met peper, zout.
Kook de ravioli beetgaar in gezouten water. Giet af. Stoof de groentjes beetgaar in een scheutje olijfolie en kruid met peper en zout.
Schep de ravioli en de groentjes in een grote ovenschaal. Lepel de bechamelsaus over de pasta en leg er als laatste de plakjes pecorino over. Plaats de ovenschotel gedurende 20 à 25 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden en serveer.
