Het goede weer staat weer voor de deur en je bent je volgende BBQ al aan het plannen. Bij een lekker zomerse BBQ hoort natuurlijk ook een goed stukje vlees. Wie beter dan Tom Degroote kan je daarbij helpen? Als sales ambassador bij beenhouwer Dierendonck kent hij namelijk alle geheimen van het vak.
Een lekkere maaltijd begint bij goeie basisingrediënten. Zelf probeer ik altijd zo lokaal te kopen zodat ik weet waar m’n producten vandaan komen. Dit geldt voor groenten, maar evengoed voor vlees. Neem deze vijf regels in acht en je zet al een grote stap in de goeie richting
© Dierendonck
1. Koop bij een echte slager in plaats van in de supermarkt.
Een slager kan je meer uitleg geven bij de producten en je producten voorstellen waar je misschien niet direct aan denkt. Laat je gerust leiden! Een beenhouwer kent z’n klanten en weet meestal wie bv. een dikke spiering wil hebben, of wie liever een gepelde steak wil ipv een rumsteak.
2. Varieer.
Een steak is ok, maar kies ook eens voor een lekkere worst, of een kotelet. Vergeet ook niet de “vergeten” stukken. Vraag je slager of hij eens een bavette heeft, of een spinnenkop (tenzij hij dit liever voor zichzelf houdt. Dit wordt niet voor niets het “beenhouwersstukje” genoemd.)
3. Praat met je beenhouwer.
Waar haalt hij z’n dieren van? Kweekt hij zelf ook dieren?
4. Als je een côte à l’os wil, ga dan na bij jezelf na of je die wat vetter of net magerder wil hebben.
De vleesrassen zoals West-Vlaams Rood en veel Franse rassen, hebben een kleinere vetrand en minder intramusculair vet. Die hebben wat ik noem de “oldskool vleessmaak”, zoals we vroeger thuis aten. Ga je voor een melkras of dubbeldoelkoe, mag je je verwachten aan een heel mooie dooradering, een grotere vetrand. Die zal romiger en nootachtiger smaken.
5. Ga niet voor kwantiteit, maar voor kwaliteit.
Eet minder vlees, maar goed vlees.
Ben je na deze tips nog steeds niet overtuigd dat hij de juiste persoon is? Kijk dan zeker naar de afleveringen van 'Open Vuur' en dan bewijzen wij je het tegendeel.
