Houd de vis onder koud stromend water of boven een paar kranten en schraap er met de botte kant van het mes de schubben af. Er bestaan ook speciale mesjes met spatranden die voorkomen dat de schubben in het rond vliegen.
Knip de rug-, zij- en staartvin af met een stevige keukenschaar.
Snijd de buik van de vis van de staartvin tot de kop open en trek de ingewanden eruit. Snijd eventueel achtergebleven stukjes van de ingewanden los met een mes. Spoel de vis van binnen en van buiten goed met koud stromend water.
Snij de vis vanaf de kop, langs één kant van de ruggengraat, over de hele lengte licht in met een scherp, smal en flexibel mes.
Ga weer terug naar de kant waar de kop zat en snijd de filet voorzichtig van de graat los. Hou het lemmet zo dicht mogelijk bij de graat. Steek naar de staart toe het volledige lemmet onder de filet, leg de andere hand op de vis en snij het laatste stuk met één snelle beweging los.
Haal de dikke graten met een vistang of pincet uit de filets.
Snijd de randjes van de filet bij en verwijder de dunste stukjes van de buikflap.
Herhaal voor de andere kant.