Gedopt en dubbel gedopt
Bij erwtjes en de meeste soorten bonen (witte, rode, etc...) is ‘doppen’ één enkele bewerking, nl. ‘uit de peul halen’. Tuinbonen hebben nog een velletje rond de boon zelf. Je hoéft die niet te verwijderen maar het is toch aan te raden: vandaar dubbel doppen.
Benodigdheden:
- Tuinbonen in de peul
- Kookpot met water
- Kom met ijswater
- Schuimspaan of tang
- Optioneel: zout voor het kookwater
Stappenplan:
- Peulen doppen (eerste dop). Open de peulen met je vingers of een klein mesje. Haal de grove, grijsgroene bonen eruit. Gooi de lege peulen weg.
- Blancheer de bonen. Breng water aan de kook en voeg eventueel wat zout toe. Blancheer de tuinbonen 1 tot 2 minuten in het kokende water. Dit maakt het velletje zachter en makkelijker te verwijderen.
- Schrikken in ijswater. Haal de bonen uit het water met een schuimspaan of tang. Doe ze meteen in een kom met ijswater om ze af te koelen en het garen te stoppen.
- Tweede dop – vliesje verwijderen. Neem telkens een boon en knijp er zachtjes in of pel het vliesje open met je nagel of een mesje. De felgroene binnenboon glijdt er meestal zo uit. Gooi de vliesjes weg.
Je houdt nu dubbel gedopte, helder groene tuinbonen over — boterzacht en klaar om te verwerken in bijvoorbeeld salades, risotto, of als fijne groente bij vlees of vis.